Het Gildekorps bestaat dit jaar 65 jaar. Een goede reden om het dit jaar flink in de schijnwerpers te zetten. De mannen en, sinds kort, vrouwen in de blauwrode kostuums vormen immers het uithangbord van het Gilde. Maar wat weet u nou eigenlijk van dat korps? En weten ook al die nieuwe leden hoe de vork in de steel zit bij dit belangrijkste orgaan van het Gilde? Daarom verschijnt er de komende tijd een serie over het hoe en wat van het Gildekorps. Vandaag deel I: “Gildekorps. Wat is dat nou eigenlijk?”
Gildekorps. Wat is dat nou eigenlijk?
Tot het Gildekorps behoort iedereen die een Gildepak draagt. Oftewel: het bestuur, de korpsleider, vendeliers, tamboers, blazers, schutters, bode, hoofdvaandrig, zilverdragers, standaardruiter de jeugdcommandant en het koningspaar.
Wat vendeliers, tamboers en blazers zijn, zal voor iedereen duidelijk zijn. Het bestuur, onder leiding van de Ouderman, bestaat momenteel uit tien bestuursleden, zowel mannen als vrouwen. Nieuw dit jaar is de standaardruiter: een korpslid op een paard met Gilde-embleem.
De bode dan. Wat doet die? Bode Johan van den Hoff legt het graag uit: “Als bode ben ik de ondersteuning van het bestuur in het begeleiden van het koningspaar. Ik koop de kaarsen, roep de leden af, roep de nieuwe leden op. Eigenlijk ben ik een manusje van alles, een soort assistent. Ik loop bij het bestuur, maar ik ben geen bestuur. Ik ben een toegevoegd bestuurslid. Je wordt door het bestuur gevraagd om bode te zijn. Het is een erebaan.”
De rol van Korpsleider, ook wel Korpscommandant, wordt sinds februari 2024 vervuld door Marc Hilhorst. Zijn takenpakket omschrijft hij zelf als volgt: “Ik moet zorgen dat iedereen tevreden blijft. Ik regel de uitjes, verzorg de communicatie rond de optredens, binnen het korps en daarbuiten, met verenigingen en met bruidsparen bijvoorbeeld. Als we een keer naar de kerk moeten, dan kijk ik van tevoren waar iedereen moet zitten, welk rondje de tamboers moeten lopen, hoe laat we verzamelen en hoe laat we weer terug zijn. Zorgen dat iedereen er is – en zo niet: nabellen. Als het korps aantreedt, heb ik de leiding boven het bestuur uit. Ik bent dan de leading man op dat moment en loop vooraan, alleen.”
Wat doet het korps allemaal?
De optredens die het korps geeft tijdens de Gildefeesten zijn iedereen wel bekend. Maar ook door het jaar heen bij bijzondere gebeurtenissen wordt er acte de présence gegeven. Denk aan bruiloften, begrafenissen, gilde-evenementen en officiële gelegenheden zoals de dodenherdenking.
En natuurlijk de wedstrijden op de gildedagen in Brabant. Het Soester Gilde is aangesloten bij de Kring van Schuttersgilden Land van Cuijk. Organiseert één van de 33 gildes van deze kring een Gildedag, dan gaat ons korps daarheen. En zodoende reist er tweemaal per jaar een bus vol korpsleden naar het zuiden des lands voor een dagje gekostumeerd vertier.
Wat het korps dan doet op zo’n gildedag? Marc Hilhorst: “Bonnen halen.” Wim Kok, oud-vendelier en oud-bestuur haakt in: “Bier drinken.” Dan, serieus: “Zo’n Gildedag begint voor het koningspaar en de Ouderman met een kerkdienst, gevolgd door een koffietafel en een toost met erewijn. Als dat klaar is, komt de bus uit Soest ook en is het korps compleet. Dan wordt er een optocht gelopen door het dorp. En daar wordt op gejureerd: loopt het korps netjes, in de maat en in de houding? Houden ze zich aan formaliteiten zoals het draaien naar de kerk? Dat wordt allemaal meegenomen in de puntentelling voor het algemeen klassement. En vervolgens zijn er wedstrijden. Vendelen, hoornblazen, tamboeren, in een groep en individueel, schieten, etcetera. Aan het eind van de dag worden de uitslagen bekendgemaakt en kun je per klasse een zilveren schild winnen.” En wat gebeurt er met de schildjes? “De individuele schildjes mag je houden. De groepsschildjes blijven in het korps en gaan naar een mantel.” En zo is ook antwoord gegeven op wat de functie van zilverdragers is.
Klinkt leuk! Mag ik er ook bij?
Het korps staat open voor iedereen. Muzikale kennis is geen vereiste, want je krijgt les. Als beginner krijg je privéles, voorafgaand aan de wekelijkse repetitie van de blazers en de tamboers in het Gildehuis. Je hoeft zelfs geen lid van het Gilde te zijn en er zijn sinds kort ook enkele vrouwelijke korpsleden. Wanneer er ruimte is in het betreffende korpsonderdeel, ben je in principe welkom. Marc Hilhorst: “Maar het korps is nu redelijk vol. Tenzij er iemand komt die heel goed kan trommelen of blazen. Het liefst hoornblazen, want die hebben we het hardst nodig. En een jonge vendelier, dat kan ook wel leuk zijn. Kortom: als er een goede komt die goed past in de groep, zeggen we geen nee.”