Graag laten wij leden, betrokkenen, Soesters en iedereen aan het woord om verhalen te schrijven rondom het Gilde.
Vandaag een interview met Joke van Dorresteijn.
Naam: Joke van Dorresteijn-Jorna
Band met het Gilde: jarenlang barmedewerkster
In haar kamer in Molenschot zit een glunderende dame met vrolijke ogen tegenover me. Haar leeftijd? Laten we zeggen: net de 75 gepasseerd.
Voor de ene mens is het glas halfleeg, voor de ander halfvol, maar voor Joke is het glas helemaal gevuld! Ondanks verdrietige dingen in haar leven is ze één brok enthousiasme en positiviteit. Tjakka, Emiel Ratelband, hier kun je nog wat van leren.
Achter haar op de kast staat een potloodtekening van haar man, en ik constateer hoeveel hij lijkt op zijn broer, die ik mij van 45-50 jaar geleden herinner. Direct begint ze te vertellen over haar schoonzus, haar lieve familie, de gezellige 92e verjaardag van haar schoonzus, en bijna verbaasd vertelt ze dat zij ook mocht komen. Ik begrijp dat wel; Joke zorgt voor een positieve vibe op elk feestje.
Toen ze door ziekte 5 jaar geleden niet meer thuis kon blijven, is ze aanvankelijk in een zorginstelling in Bilthoven geplaatst. "Het was er prima, maar de directrice was wel erg streng," gniffelt ze.
Des te gelukkiger is ze hier in Soest, in Molenschot. "Soesters zijn toch zo gezellig." Ze is blij in Molenschot: "Zo lief als de verzorgenden zijn, zoveel als ze voor je en met je doen, het is fantastisch!" Joke is dankbaar voor alles en blij met iedereen.
Joke groeide op aan respectievelijk de Steenhoffstraat en de Lange Brinkweg. Het laatste huis voor haar trouwen was bij de werkplaats/timmerfabriek van haar vader. Vader Jorna was timmerman en maakte onder meer vurenhouten doodskisten. Deze stonden vroeger door het hele huis heen; op de Steenhoffstraat zelfs in de slaapkamers. Na haar trouwen verhuisde ze naar de Hartweg, in een huis dat haar man Gerrit eigenhandig had gemetseld. Ze kregen drie kinderen, waarvan er één helaas op zijn 16e verongelukte.
Als ik Joke vraag wat ze precies bij het Gilde deed, vertelt ze dat ze altijd achter de bar heeft gestaan, jarenlang, onder meer samen met Tineke van Brienen. Zoveel plezier als ze daar altijd had… Vaak werd het diep in de nacht voordat ze naar huis ging, want na de bardienst werd er nog even nageborreld. Maar Jan van Olthof reed altijd mee naar huis en brulde dan naar Gerrit dat ze weer veilig thuis was afgeleverd.
Met Tineke en nog twee dames zijn ze ooit met een boot naar Engeland geweest. Joke, die helemaal niet van varen houdt omdat ze zeeziek wordt, heeft zich laten overhalen. Uiteindelijk heeft ze zich op het dek geïnstalleerd en hebben de andere drie dames haar voorzien van eten, drinken, etc. Maar ze zijn met z’n vieren in Engeland geweest!
Ze herinnert zich de gildefeesten als een fantastisch leuke tijd. "Soesters onderling, dat was altijd een gezellige sfeer."
Naast de tafel staat een foto waar mijn oog op valt: pastor Mauricio Meneses, die Joke de hand schudt. "Zo jammer dat hij weg is; hij had zo’n verbinding met de Soester bevolking." Ik kan niet anders doen dan dit volledig beamen.
Eén van de verzorgenden, alias mijn dochter Anna, steekt haar hoofd om de hoek van de deur. Zij was het die mij met Joke in contact bracht, want vanaf dag één hebben Anna en Joke een klik, zeker niet in de laatste plaats door de band met het Gilde.
Ik wil Joke nog even op de foto zetten. Dat mag, maar ze wil ook met Anna samen op de foto.
Wat een mensenmens is Joke, en wat een gezellige, positieve natuur heeft ze. Dankjewel, Joke, en ik haal je binnenkort een keer op om te klaverjassen. Dat heb je verdiend!