Graag laten wij leden, betrokkenen, Soesters en iedereen aan het woord om verhalen te schrijven rondom het Gilde. 
Vandaag een interview met At(e) Hooft.

Naam: At(e) Hooft
Beroep: Timmerman en boekhouder
Band met het Gilde: Koning in 1981

Niet op Soest, maar in Leusden, schuif ik aan tafel bij At en zijn vrouw Hennie voor een gesprekje over het koningschap in 1981. Nou ja gesprekje… na 2 uur moest ik toch echt afscheid nemen, want andere plichten riepen. At is een gezellige prater en vooral over Gilde, Soest en de muziek pareert hij met aanstekelijk enthousiasme.

Het boek, dat hun dochter heeft gemaakt van hun koningschap is een gedigitaliseerde versie van de foto’s en kranten van toen. Het boek wordt direct over tafel geschoven en dient gedurende dit gesprek als een leuke basis om verder over te praten.

Ik vraag eerst eens naar de beeltenis op zijn schild. At was timmerman, maar door een ongeluk in de bouw, kwam daar een kink in de kabel. Hij ging een opleiding volgen en werd boekhouder. Het schild toont dan ook een man aan een bureau (een boekhouder). Toch begint zijn carrière in de muziek en de muziek is dan ook nog steeds de rode draad in zijn leven.

Hij moest in dienst en kwam zo als beroepsmuzikant bij de marinierskapel, waardoor hij ook nog lange tijd op Curaçao doorbracht, maar ja voor beroepsmusici was niet veel plek in Nederland.

Maar At is verknocht aan Soest en aan muziek en dat resulteert in een heel langdurig lidmaatschap, dat nog steeds duurt bij PVO (schoonzoon Adri is dirigent). At speelt nog steeds niet onverdienstelijk bariton, ook op de zondagmiddag van het koningsschieten neemt hij weer deel aan het ensemble van de blaaskapel. Hij speelt in een dweilorkest, alleen heel recent heeft hij besloten om de harmonie vaarwel te zeggen, want deze bezige bij heeft nog vele bezigheden en is al gauw 3 avonden per week buitenshuis. 

Dat huis staat dus in Leusden, ja hij had het liefste op Soest gewoond, maar ja, de liefde kwam uit het buurtschap Hamersveld en dus woont hij met zijn vrouw Hennie in háár geboortedorp.

De vader van At woonde als jong kind in Utrecht waar zijn ouders een melkwinkel hadden. Na het jonge overlijden van zijn moeder, werd de vader van At door diens oom meegenomen naar Soest en groeide op aan de Korte Brinkweg. Zo ook At, grappig hoe zijn kinderen speelden bij boer Jan Hartman, daar waar ook ik als kind speelde en waar ik warme herinneringen aan heb.

De verhalen komen volop, over uitgaan in Hoogland en dan terug tegen de paal aanslaan om Zwarte Willem wakker te maken en zo over de Eem getrokken te worden. Uitgaan deed je ook in Laren of Hamersveld/Achterveld. Oude Soester familienamen komen in diverse verhalen voorbij.

Ik vraag verder naar het Koningschap…

Het gezin van At en Hennie verhuisde naar de Weegbreestraat en daar was het ook dat ze woonden ten tijde van het koningschap. We bladeren door het boek en ondertussen vertelt At van alles. Dochter Hetty was hofdame, evenals haar vriendin, de dochter van Cor en Toon Kuijer. Met een glunderend gezicht toont hij de foto van de koets en hij vertelt vol trots dat Gerard Kok (vader van oud-koningin Rian Borgts-Kok) hen heeft gereden.

Sowieso glimt hij bij alles wat hij vertelt over Soest. Hij komt dan ook nog elk jaar heel graag bij het Gilde. Zodra hij de tent binnenstapt is hij helemaal in zijn hum, treft hij oude schoolkameraden en daar geniet hij intens van. De gezondheid van Hennie belemmert hen soms, maar dat lijken ze te accepteren.

Na nog vele verhalen en namen de revue te hebben laten passeren, besluit ik als slotvraag te informeren naar zijn visie over de statutenwijziging.

“Vrouwen kunnen toch ook een zwarte broek aan en meemarcheren…” zegt hij gedecideerd, hij vindt het in één woord “geweldig”. Één klein minpuntje is dat hij niet meer mee mag schieten (dat was al eerder het geval doordat hun huis in Leusden staat), maar dat vindt hij heel jammer. In alle eerlijkheid zou hij toch niet meer meeschieten om het koningschap.

Wat een gezellige, leuke middag was dit.

Labels